zaterdag 8 januari 2011

Van Ecuador naar Peru

Om 4 uur ging de wekker al, eigenlijk had Martine de bus van 4 uur willen hebben maar dat heb ik nog weten te onderhandelen naar de bus van 5 uur. Slaperig de hele reis weer teruggemaakt naar Guyaguil. We wilden richting Peru maar waar wij die dag zouden uitkomen wisten we nog niet. Nu vertrekken er meer dan 100 busmaatschappijen vanuit het busstation dus we konden wel een bus vinden die ons richting de grens ging brengen. Beetje slaperig vonden we inderdaad een busje dat ons net over de grens ging brengen in Peru.

Even wat ontbijten en hobbelde door oneindige banenenvelden richting de grens. Martine lag te slapen en ik heb me vermaakt met karatefilms uit de jaren 80. Nog even de grens over, wat bekend staat als de gevaarlijkste grens van Zuid Amerika (en in die categorie is best pittige concurentie). Behalve een wisselkantoortje dat ons probeerde te naaien hadden we helemaal geen problemen.

De bus stopte in Tumbes, het eerste stadje over de grens. Met de tuktuk hebben we een tocht door de stad gemaakt om een pinautomaat en een bus te vinden verder richting het zuiden. Er was een klein minibusje dat vertrok naar Mancora. Er was helaas geen plek meer in de bus maar we mochten samen op de bijrijdersstoel zitten. Een mooie tocht van 2 uur langs de kust terwijl de zon aan het ondergaan was. Het maakte niet uit dat het een beetje krap was.


Na een prima nachtje haasten wij ons naar het strand. Mancora is een wereldberoemd surfoord met metershoge golven. Nu zijn we geen surfers maar toch waren we teleurgesteld toen we een volledige vlakkte oceaan zagen. We hebben de vinkeveenseplassen nog wel eens wilder gezien dan deze zee. We waren ook nog eens in het surfseizoen!



Toch konden we niet klagen hoor, we zaten in een hostel met een zwembad, hadden fantastisch weer en konden lekker eten. Het dorpje is eigenlijk alleen wat winkeltjes langs de Pan-American. Hoewel een eventureel surflesje dus in het water viel, hadden we het de eerste dagen in Peru prima.






Een nachtbusje later bracht ons in Trujillo en een taxi weer naar Huanchaco. Dit is ook een surfdorp maar dan zonder de geblondeerde trage Amerikanen maar wel weer met golven. Heel veel Peruanen waren aan het surfen en niet alleen op surfplanken, ook op van riet gemaakte bootjes. Dit zijn traditionele vissersbootjes waarmee ze al eeuwen vissen. Misschien wel de oerversie van de surfplank.



We waren niet alleen voor de golven in Huanchaco, want het is ook een prima basis om de stad Trujillo te bekijken. Wederom een koloniaalse stad en waarschijnlijk daardoor ook op de Unescowereldlijst staat (ik weet het eigenlijk niet eens, maar ga er simpelweg vanuit. Koloniaalse steden zijn ze dol op bij Unesco). Ook hebben we Chan-Chan bezocht. Dat is de grootste pre-colombiaanse stad in de Amerikanen. Dit isr van een volk waar men helemaal niets van weet. De stad is helemaal van klei gemaakt en misschien is dat niet de beste keuze om een stad eeuwen mooi te behouden.


Vanuit Trujillo sprongen we weer in een nachtbus voor een rit van 8 uur naar Huaraz, of toch niet...