woensdag 27 oktober 2010

Santander extreme

Onze reisgids waarschuwde ons dat Mompox heel moeilijk te bereiken was. Dat had ook wel zo zijn charme vonden wij en juist de heenreis met bus-boot-jeep konden wij goed waarderen. Nu moesten wij weer weg uit Mompox, dat werd een ander verhaal...

Er zou om 6.00 uur in de ochtend een bootje vertrekken naar El Banco waar we een bus om 9.00 uur konden pakken richting Bucaramanga, wat ons nieuwe bestemming was. We zouden ongeveer 2 uur in het bootje zitten en dus in El Banco een uur de tijd hebben om een kaartje te kopen en de juiste bus te vinden. Het liep dus iets anders. We stonden braaf om tien over half 6 bij de waterkant en gelukkig stonden daar twee bootjes. Er zat ook nog een schipper in een van de bootjes die van plan was te vertrekken naar El Banco. Het begon dus goed. Ze vroegen meer geld dan dat wij hadden gepland maar een andere keus hadden we niet en helaas wisten zij dat net zo goed. We gingen er niet vanuit dat we daadwerkelijk om 6.00 uur zouden vertrekken, maar toen het tegen half 7 begon te lopen werden we toch een beetje ongeduldig. De schipper vond dat er niet genoeg mensen in de boot zaten en wilde wachten tot een onbekende tijd of tot er een onbekend aantal mensen in de boot zaten. Na nog een tijdje wachten besloot de boot toch, ruim na half 7 te vertrekken.


De dag voor vertrek hadden we gezien hoe dramatisch hoog de rivier stond doordat er veel huizen en dorpjes onderwater stonden. Hierdoor zijn de bootjes het einige vervoer tussen de dorpen en de verdere buitenwereld. Dit betekende voor onze trip dat we bij elke huis en dorp stopte om mensen of goederen op te pikken. Ook besloot de schipper in een van de dorpjes zomaar te vertrekken en na 15 minuten pas weer terug te komen. Kortom het duurde en het duurde en we kwamen tegen 10'en pas aan in El Banco.




Uit de boot werden we belaagd door 20 verkoopmannetjes van buslijnen. Als een wilde begonnen ze aan ons te hangen en te schreeuwen. Meestal helpt het om gedesideerd door te lopen en iedereen van je af te slaan. Dit keer ging dat niet zo makkelijk en bleven ze kleven totdat we ons in een auto van een van de mannetje bevonden om naar het busstation te brengen. In het busstation dumpte we ons mannetje om een beetje te gaan shoppen bij de verschillende busmaatschappijen. We vonden gelukkig nog een bus die om 11 uur zou vertrekken maar -wederom- door het hoge water konden er geen bussen in El Banco komen en moesten we terug naar de haven om weer in een bootje te stappen, naar het volgende dorp te gaan en in een bus te springen. Uiteraard liep alles weer uit en begonnen we nu ons geduld te verliezen. We weten als we reizen moeten we altijd heel veel geduld hebben maar het was nu gewoon even op. Ik heb de man die ons een rit naar de haven zou geven achter zijn raam gehaald om ons te brengen naar de boot. Na het bootje en eindelijk in de goede bus wilde de man van de tickets nog geld hebben van het ritje van de taxi. Toen hij klaar was met zijn vraag hoorde ik de kortsluiting in Martine haar hoofd en kwam daar een gemene snelle Spaanse monoloog uit waar ik zelfs een beetje bang van werd. Ook aangemoedigd door onze medereizigers in de bus hebben we het mooi niet betaald. Het ging maar om 2 dollar en bij de eerste de beste vrouwtje met lekkere dingen in de bus gaven we die 2 dollar zo weer uit, maar het ging om het principe.

De ruime 8 uur in de bus gingen verder prima. Het laatste stuk was in het donker en in de bergen. De buschauffeur rook dat hij bijna thuis was en begon zeer bijzondere inhaalmanoeuvres te doen. Het was af-en-toe even spannend om in de bocht in te halen maar duidelijk hebben die Maria- plakplaatjes op het dashboard hun werk gedaan. Uiteindelijk ergens na 8 uur in de avond waren we uitgeput in ons hostel in Bucaramanga.

We hadden in Mompox de eigenaar van het hostel, Richie, al gesproken en die vertelde dat er die vrijdag een groot internationaal paraglidetournooi zou plaatsvinden in B'manga. Nu wilden wij misschien ook wel gaan paragliden en B'manga is daarvoor een goede plek. Bovendien is het hostel ook een paraglideschool. Het was echter pas donderdag toen wij de eerste ochtend wakker werden, dus nog geen paragliden. We zijn de stad maar eens gaan verkennen. Het is volgens onze reisgids maar een grote nare stad met veel mensen (meer dan 1 miljoen) en nog veel meer verkeer. Nou, het is inderdaad een grote stad met veel verkeer en niet zo heel veel spectaculairs. Toch hebben wij ons prima kunnen vermaken in de stad. Wat kerken, heel veel parken en leuke pleinen. Nog Casa Bolivar ingegaan. Bolivar is DE bevrijder van Zuid-Amerika (of in iedergeval van Venezuela, Colombia, Peru en Ecuador) tegen Spanje. In elke dorp en stad zijn dan ook genoeg standbeelden van hem te vinden, alle grote pleinen heten ongeveer Bolivar en nu in Bucaramanga was een huis waar hij gewoond heeft. Een mooi koloniaals huis en een tentoonstelling over de geschiedenis van Colombia, Santander (de provincie) en nog een heel bijzondere tentoonstelling van de Guane-bevolking. De pre-Colombus inwoners van dit gebied. Het meest bizarre was de bewuste verminking en vergroeing van hun schedel en hoe ze dat precies deden. Nog gegeten bij de Hare Krishna en 's avonds al veel vliegers leren kennen tijdens een biertje op het dak van het hostel.
Vrijdag was de dag van het tournooi. We zijn de berg opgegaan en konden gelijk genieten van het mooie uitzicht. De vliegers zagen er iets minder blij uit want de wind was niet echt goed om te gaan vliegen, dus we moesten wachten tot het beter werd. Wij lagen prima boven op de berg en hebben genoten van het uitzicht. Na wat uurtjes werd er toch gevlogen. Geen idee hoe de competitie werkt, het was iets met heel veel kilometers vliegen en gps-coordinaten. Voor ons was het wel spectaculair om te zien dat er misschien wel 100 paragliders in de lucht zaten. Door de vertraging was er geen tijd om zelf meer te vliegen en dat vonden we eigenlijk wel best. Het was op zich nog best prijzig en behalve het uitzicht leek het ons niet eens zo spectaculair. Het mooie uitzicht hadden we immers ook bovenop de berg, dus nadat alle paragliders uit beeld waren zijn we de berg afgelopen.



We hebben nog een dagje lekker niets gedaan. We hebben zelf lekker gekookt (we zijn nog steeds blij zelf te kunnen koken, na 6 maanden niet gekookt te kunnen hebben in de Dominicaanse) en nog naar de bioscoop geweest. We hebben The Town gezien. Het was de enige film die niet spaans gedubbed was en zowaar een goede film.

Dan was het toch weer tijd om verder te gaan. We vertrokken samen met een Amerikaans koppeltje richting San Gil. We reisden samen zodat we de taxi konden delen en een betere prijs in de bus konden krijgen, want elke busprijs is onderhandelbaar (gaan we straks in Nederland ook doen: retourtje Amsterdam 6 euro? Nou voor 4 euro doen we het!). Zowaar ging deze reis alles perfect. Goedkope taxi en mooie prijs voor de bus die 10 minuten later vertrok. Ik kon even mijn stoel niet vinden in de volle bus. Het bleek uiteindelijk dat ik de bijrijdersstoel had. Hoewel er geen beenruimte was, had ik absoluut de beste plek. De tocht is heel spectaculair langs een grote Canyon en mooie bergen. De weg zat vol haarspeldbochten en terwijl ik lekker om mij heenkeek en af en toe een foto probeerde te maken had ik niet door dat iedereen in de bus achter mij, langzaam groen begon te worden. Nogmaals ik was heel blij met mijn plekje.



San Gil is de outdoorsport-hoofdstad van Colombia. Of zo adverteren ze zichzelf graag. Je kan er in iedergeval raften, hiken, kayakken, paragliden, bergbeklimmen, caven of gewoon van de bergen genieten. Na aankomst zijn we het kleine dorpje eens gaan bekijken en gaan nadenken over wat wij daar allemaal wilden gaan doen.

De eerste trip die we zijn gaan maken is naar de grotten om te gaan caven. Ongeveer een jaar nadat we in grotten in Mexico hebben gedoken zijn we nu zonder luchtfles een grot ingegaan. Dus helmpje op en lichtje aan en gaan. Er werd voordat we de grot ingingen wel honderd keer gevraagd of we konden zwemmen en of we het eng vonden om onderwater te zijn. Het werd snel duidelijk waarom. Het had ook hier veel geregend en het water in de grotten stond veel hoger dan normaal. Hierdoor werd het 'caven' een heel bijzondere ervaring. Zo waren er stukken waar de grot ongeveer 1 meter hoog was en daar stond dan 80 cm water in, of zelfs nog smallere stukken van maar 50cm hoogt en daar stond meer dan de helft water in. Het meest bijzondere stuk was een tunnel die helemaal onderwater stond. We moesten vasthouden aan een touw en de gids trok je door een tunnel van ongeveer 10 meter. We zijn nog vleermuizen tegengekomen, in grote kamers geweest met mooie stalagnieten en stalagtieten, op modderglijbanen geweest en de tocht eindigde bij een ondergrondse waterval. Hoewel ik normaal al claustrofobisch ben in een slaapzak was dit wel heel bijzonder.




De volgende trip zou naar een waterval van wel 180 meter hoog zijn. We zouden gaan abseilen vanaf deze waterval. Hoewel we slecht geslapen hadden door een beroerd bed stonden we er helemaal klaar voor. Helaas werd het geannuleerd door -het blijft een terugkerend thema- te veel water in de waterval. Dan maar iets anders verzinnen. Eerst maar een ander hostel gezocht want hoewel het een heel gezellig hostel was, viel het bed ook onder extreme sports. We vonden een veel mooier en nieuwer hostel, met eigen wc en douche (natuurlijk wel koud water...brrr), goed bed en nog goedkoper ook. Hatsa. Na de verhuizing zijn we vertrokken naar Curuti. Een klein dorpje in de buurt van San Gil. Vanuit Curuti zijn we gaan wandelen door een glooiend landschap naar 'Pescadoritoooooohhh'. Dit is een beek met snelstromend water. In dit heldere water kan je onder watervalletjes zitten of je over natuurlijk gevormde wildwaterbaan gaan. Dit leverde een blauwe kont en een gescheurde zwembroek op, maar dat was het meer dan waard. Deze wildwaterbaan kan zo 1 op 1 geimporteerd worden door het Tikibad.



Filmpje:

Er werd naast het water veel gepicknickt en gebarbequed terwijl er een tiental gieren zaten te asen op de restjes.
De volgende dag dan abseilen van de waterval? Helaas, geannuleerd om dezelfde reden. Maar te veel en te hard stromend water zou het raften wel heel leuk maken. Raften dus. Martine zag zichzelf niet druk peddelend in zo'n bootje zitten en moest nog een boek uitlezen maar ik ging voor mijn eerste raftervaring. Zonder fatsoenlijke briefing werden we in het bootje gegooid. De gids vertelde nog dat hij de rivier nog nooit zo wild had gezien. Normaal gesproken is het een klasse 3 rivier of een schaal van 1 tot 5, dus dat beloofde wat als het nu nog wilder is. Zeker het begin was tamelijk heftig, maar daarna zaten er ook hele rustige stukken tussen. Het was een gevecht om in bootje te blijven, zeker omdat ik helemaal vooraan was geplaatst. Een keertje vloog ik toch uit de boot, maar kon er gelukkig toch snel weer in klauteren. Dat raften smaakt toch naar meer!



Maar ook San Gil gingen we weer achter ons laten. Op naar Bogota, de hoofdstad van Colombia. Omdat we met een nachtbus naar Bogota gingen hadden we nog een dag extra in San Gil en besloten naar het Koloniaalse dorp van Barichara te gaan. Hoewel we al heel veel koloniaalse dorpen en steden hebben gezien was dit wel een heel mooi en goed onderhouden dorp. Dit komt voornamelijk omdat in dit dorp veel films worden opgenomen. Lekker om een dagje door heen te slenteren en van de omgeving te genieten voordat we teruggingen naar San Gil om daar de nachtbus te nemen naar Bogota.




zaterdag 16 oktober 2010

Van Unesco tot Unesco stad

Het begin van het einde. Zo voelde het toch een beetje toen we naar Colombia vertrokken. Ondertussen zijn we al meer dan een jaar onderweg en beginnen nu aan ons laatste rondje. Nog 3 maanden reizen en dan 'alweer' naar huis. Maar eerst nog Colombia!

Een jaar geleden hadden we nog niet echt een plan hoe we zouden reizen. We wisten dat we in de Amerika's zouden blijven en de enige landen die we niet zouden bezoeken waren de VS (hadden we geen behoefte aan maar daar zijn we nu al 3x geweest en heel enthousiast over), Haiti (onveilig, we zijn er ook niet geweest maar het scheelde niet veel) en Colombia omdat het niet veilig genoeg zou zijn. Omdat we zoveel positieve verhalen over Colombia hebben gehoord zijn we er toch naar toe gegaan. Hoewel sommige plekken nog heel onveilig zijn is het prima te doen om in dit land rond te reizen.

We vlogen naar Cartagena. Uiteraard hadden we weer wat gezeur op het vliegveld met Spiritair. Hetzelfde gezeur dat we ook al hadden toen we naar de Dominicaanse vlogen. We hadden geen retourticket. Wel hadden we een ticket op 12 december dat we vanuit Peru terugvliegen. Na veel gebel en nadat er een manager bij was gekomen mochten we toch inchecken en wel alleen maar omdat we vanuit Peru terugvliegen met Spiritair. Het ruikt heel erg naar beleid om mensen te weigeren zodat we een duur retourticket moeten kopen. Gelukkig konden wij richting de gate.

In Cartagena eerst een rondje gelopen om een hostel te vinden. Dat gaat nu een stuk prettiger zonder de duikspullen in de tas. Uiteindelijk een prima bedje gevonden in een hostel midden in de oude stad. Cartagena heeft een mooi oud koloniaals centrum en rondom het oude centrum staan nog de oude stadsmuren. De straten lopen kriskras door elkaar en we zijn 3 dagen verdwaald geweest tussen alle historische gebouwen en de huisjes die geschilderd waren in de meest vrolijke kleuren. De oude stad staat op de Unesco werelderfgoedlijst.






De dag dat we aankwamen regende het. Dat is ook niet zo vreemd want oktober is middenin het regenseizoen. Toch hadden wij geluk, want het schijnt de weken voordat wij aankwamen ongeveer de ergste weken ooit te zijn geweest met regen. Wij hadden nog wat regen in de nacht maar overdag was het mooi weer. Heel mooi weer zelfs. Ruim 35 graden en dan met een luchtvochtigheid van 100% is het er erg heet.

We konden vanuit Cartagena meerdere uitstapjes doen. We waren eigenlijk van plan om naar Islas de Rosario te gaan, misschien wel om te duiken. Toch hebben we besloten dit niet te doen omdat het zoveel had geregend. Duiken of snorkelen na zoveel regen heeft weinig zin als je niets kunt zien, zoveel hebben we wel geleerd na al die maanden in de Dominicaanse. Toch hebben we wat bijzonders gedaan, we zijn gegaan naar de Volcan de Lodo El Totumo. Deze vulkaan spuwt geen vuur, lava en as maar zit vol met... modder. Een ultra-rare belevenis om rond te dobberen in modder. Je probeert je te bewegen maar dan lijk je net zo onhandig als iemand die voor het eerst een gaat duiken. Volledig geen evenwicht en voortbewegen is bijna onmogelijk. Het was erg komisch en naar het schijnt ook nog goed voor je te zijn. We hebben nog wat gezwommen in een lagune om het modder er weer af te krijgen.



De dagen na de vulkaan zijn we nog in Cartagena gebleven. We zijn rond blijven hangen in de stad zoals een dagje naar Bocagrande. Een wijk ten zuiden van de oude stad vol met hotels, nachtclubs en... strand. Lekker een middagje spelen in hoge golfen.Omdat het de afgelopen weken zoveel geregend had was ook het zeeniveau belachelijk hoog. De eerste straat naast het strand was al helemaal overstroomd. De Hollandse genen springen dan automatisch op code red, maar gelukkig ligt Colombia een stukje hoger dan zeeniveau.

Dan ook nog rondgedwaald in de oude slavenbuurt van Getsemani. Ook een koloniaalse wijk maar in een slechtere staat. Wel zijn daar veel eet-en fruitstalletjes. Bij toeval liepen we daar dwars door een park, dat park was een beetje een beestenboel. Er zaten 2 gieren geduldig te zitten en er liep nog een grote draak rond.
Martine werd erg zenuwachtig dat ik zo dichtbij kwam, volgens mij zolang ik geen karkas ben weing van gieren hoef te vrezen. Groot waren ze wel.
En dan was er nog het streetfood. Er zijn in de stad honderen kleine stalletjes waar je eten kan kopen. De meerderheid van de stalletjes is met fruit. Je kan er verse ananas, mango, passievrucht (mmmmmm) of papaja krijgen. Stalletjes met schaafijs met versie limoensap, vers geperste sinasappelsap of een volledige vruchtensalade of vruchtenbowl. Dan is er zelfs voor de vegetarier genoeg hartige snacks. Zo is daar en Arepa, een maïspannenkoek met boter en kaas of gewoon een maiskolf. Ook kan je nog empanada's kopen, een (mais)deegflapje met groenten of kaas (of vlees). Genoeg om goedkoop, godsgruwlijk lekker en compleet gevuld de dag door te komen.

De kaas Arepa


Dat waren de eerste dagen in Zuid-Amerika en ze bevielen erg goed. Een hele mooie stad, een geinige trip naar de moddervulkaan en lekker lopen dwalen en eten door de oude straten. Nog een paar foto's van Cartagena en de omgeving:



Toch moest Cartagena weer verlaten worden. We zouden eerst naar Santa Marta/Tapanga gaan om te duiken maar door het slechte weer hadden we bedacht het duiken maar over te slaan in de Caribische Zee. We willen graag duiken in de Pacifische zee, maar waar wij heen willen gaat geen weg naar toe, of eigenlijk gaat er wel een weg maar dat is de meest gevaarlijke weg in Colombia dankzij Tanja en haar vrienden. We kijken nog steeds naar de opties. Gelukkig zijn er nog genoeg andere bijzondere dingen in Colombia en gaan we op weg naar de Andes. Tussen Cartagena en de Andes zagen wij nog een heel klein bijzonder stipje op de kaart van Colombia. Mompox!

Mompox staat ook op de Unesco werelderfgoedlijst en heeft ook een koloniaals karakter maar dan zijn de overeenkomsten ook wel voorbij met Cartagena. Terwijl Cartagena in totaal ruim 1 miljoen inwoners heeft, heeft Mompox een schattige 30.000 inwoners. Dus geen grote stad met imponerende stadmuur maar een klein dorpje dat vooral heel rustig en stil is. Ook wordt het niet zo overlopen door toeristen als Cartagena. Er waren maar een handjevol toeristen in de stad op het moment dat wij er waren. Dit komt voornamelijk omdat het heel erg lastig is om in Mompos te komen.

Mompos kan niet bereikt worden met een reis overland. Het ligt tussen 2 grote rivieren zonder bruggen. We vertrokken om freaking vroeg vanuit ons hostel om naar de busterminal te gaan. Het vliegveld ligt ongeveer midden in de stad, maar het busstation is ruim een half uur (als het rustig is) met de taxi. Een bus genomen naar een stadje om daar in een chalupa (klein bootje met veel te grote motor) te springen. Toen we uit het bootje kwamen, vonden wij een jeep die ons naar Mompos wilde brengen. Er was geen plek in de Jeep meer, maar hij had een laadbak dus hobbelde we achterin de jeep richting Mompos.

Terwijl we in de jeep zaten, zagen we dat het regen van de afgelopen weken zijn tol had geeist. Er stonden heel veel huizen onderwater en ook de weg stond grote delen onderwater. Doordat het water zo hoog stond was het erg druk op de weg, dat een stukje hoger lag dan de rest van het land, met mensen en heel veel beesten. Op en langs de weg zagen we varkens, biggen, koeien, gieren feestend op een dode koe, geiten en hongerige honden. Na bijna een uur hobbelen kwamen in Mompox aan.





Mompos is relax. Heel relax. Het is beroemd om de houten schommelstoelen die hier gemaakt worden en dat is wel typerend voor het stadje. Een beetje in de schommelstoel naast de rivier zitten. Het leek een beetje alsof je middenin Huckleberry Finn of Gone With the Wind was beland.

We hebben het mooie oude stadje bekeken, de mooie kerken en het hoogtepunt -allicht wat macaber- de mooie begraafplaats. Overdag konden we niet veel verkennen want tussen 9 uur 's ochtends en 7 uur 's avonds was het te warm om te bewegen. Een wandeling van 100m stond gelijk aan 1 liter zweet. Ik heb het zelfs in de woestijn niet zo heet gehad. Daarom overdag op de schommelstoel zitten en in de hangmat hangen en meer 's avonds door het stadje lopen. In de avond kwamen ook de mensen uit Mompos uit hun schommelstoel en verzamelde rond een van de pleinen. Ook hier kwamen weer veel eetstalletjes te voorschijn en veel vriendelijk mensen die allemaal een babbeltje met ons wilde maken.

Ook in het dorp was het een beestenboel. Er waren veel zwerfhonden maar nog meer grote iguanas. Daarnaast liep er een grote big rond in de stad (en volgens onze Engelse hosteleigenaar konden ze hier nog geen fatsoenlijke bacon maken) en liepen er een paar ezels rond in de stad. Deze ezels konden ontkomen van de eigenaar voordat ze gebrandmerkt waren. Voordat de eigenaar ze teruggevonden hadden, hadden ze een verkeerschaos veroorzaakt. Omdat de eigenaar op moest draaien voor de schade, wist hij opeens nergens meer vanaf. Dus waren het vrije ezels geworden en lopen er nu sinds 5 jaar 2 ezels door de stad. Ook zijn er geregeld brulapen in het dorp.

We sliepen in La Casa Amarilla (het gele huis). De dag dat wij aankwamen waren daar ongeveer alle hosteleigenaren uit Colombia voor een vergadering aanwezig. We konden mooi het afsluitende feest meepakken en gelijk contacten leggen voor het vervolg van onze reis. We zaten sowieso in een fijn hostel met een eignaar die leuke verhalen kon vertellen. Jammer alleen van die matrassen....





We hebben in hostel een Duits echtpaar ontmoet dat al 3 jaar 'rond de wereld' aan het varen was, maar eigenlijk nog niet verder zijn gekomen dan de Caribbische zee. We hebben met hun samen een bootje gehuurd om door het moeras te varen. We voeren over grote rivieren maar soms door stukken waar je het water niet kon zien. Een tocht van ongeveer 3 uur en hebben miljoenen vogels gezien, waaronder de witte reiger en roofvogels als de grote arend. Ook weer veel Iguana's, waarvan sommige zeker groter waren dan een meter. Ook bezochten we nog een boederij en op de terugweg, terwijl we een mooie zonsondergang hadden, zagen we nog een groep brulapen.




 Zoek de Iguana
 Aapje in de boom

Na 3 dagen Mompos en 350 muggenbeten begonnen we aan een hele lange reis naar Bucaramanga...
We vinden Colombia leuk! We weten nu al dat we hier "te" lang gaan blijven en daardoor het maar een kort bezoek wordt aan Peru maar we willen nog zoveel zien in Colombia dat we hier makkelijk 2 maanden zouden kunnen blijven.