zaterdag 4 december 2010

Poor man's Galapagos

Nadat we boos ons hostel in Guayaquil hadden verlaten zonder te betalen, sprongen we in een taxi en zijn richting het busstation gegaan. Hier zijn ongeveer 100 busmaatschappijen en wij vonden de busmaatschappij met de intelligente naam JipiJapi die ons naar Puerto Lopez kon brengen. Vier uur lang schudden en rijden in een slakkengang, maar uiteindelijk waren we er. We vonden een slaapplaats in een bamboo cabaña dichtbij het strand.


We hadden honger dus op zoek naar wat voedsel. Na een paar honderd meter stuitert Martine van een stoepje af, waardoor haar hele been een grote schaafwond werd. Ook kleurde haar heup mooi blauw. Dus eerst weer terug naar het hostel om uitgebreid onze EHBO-tas te gebruiken. Na voedselvergiftiging, diefstal van onze tas en nu dit weer blijkt Ecuador ons gewoon niet zo goed gezind.


Aangezien het heel erg laagseizoen was, bleek de 2e poging om wat te gaan eten ook nog niet zo makkelijk. Alle restaurants die onze reisgids aanraadde waren gesloten. Bij een oud vrouwtje, die speciaal voor mij iets vegetarisch wist te maken, hebben we toch nog kunnen eten.

De volgende dag was een hele rare dag. Het was de Tel-alle-Ecuadorianen-dag. Dit gebeurt één keer in de tien jaar en wij mochten dit eneverende evenement meemaken. Wat houdt het precies in? Iedereen moet thuis blijven (je kan een boete krijgen als je het huis uitgaat) en geen winkel, cafe of kantoor is open. Er rijden geen bussen en vanaf vrijdag tot en met zondag mag er geen alcohol geschonken of verkocht worden. Kortom het stadje was een spookstad en tot 6 uur was er helemaal niemand op straat. We hadden wel verwacht een eigenwijze motortaxi ons naar een mooi natuurgebied in de buurt zou kunnen brengen, maar helaas.Wij hebben die dag dan ook helemaal niets gedaan behalve af-en-toe een rondje lopen als het been van Martine te stijf werd.  In de avond vonden we toch weer een restaurantje dat open was en hebben we een tour geboekt voor de volgende dag. Ohja de spannende uitslag van de hoeveelheid Ecuadorianen volgt op 10 december. Blijft u aan de buis gekluisterd?


De trip die wij geboekt hadden was naar Isla de la Plata, ofwel naar ´poor mans Galapagos´. Een onderdeel van Parque Nacional Machalilla. Aangezien de trip die wij willen maken naar de Galpagos niet te betalen viel voor ons, was die een mager alternatief. Desalteniettemin (is dat één woord?) hadden wij er veel zin in. We moesten ons vroeg op het strand melden, zo vroeg dat net de vissers terugkwamen met hun vangst. Helaas zagen we net vissers een kleine tien hamerhaaien in hun jeep inladen. De eerste keer dat ik deze haaien zie en dan dood op het strand. Geen fijn begin van de dag.



Om naar Isla de Plata te komen hadden we eerst een boottocht van ongeveer 1,5 uur voor de boeg. Op het eiland begonnen we met een flinke wandeling. Drie uur lang en vooral veel verschillende vogels gezien, zoals de bluefooted booby en vele andere waarbij ik waarschijnlijk beter had moeten luisteren naar de gids. In andere maanden heb je hier ook veel albatrossen, zeeleeuwen en walvissen. Uiteraard hebben wij het walvissenseizoen gemist want dat is doorlopend thema in onze lange reis. Na onze mooie wandeling en een lunch hadden we nog tijd om te gaan snorkelen. Dit was echt heel erg mooi. Ik heb vriendjes gemaakt met schildpadden, grote scholen gekleurde vissen, roggen, trompetvissen en nog veel meer. Een leuke trip op onze laatste volle dag in Ecuador.













donderdag 2 december 2010

Met een hinkstapsprong naar de kust

Wel of niet naar de kust? Nou wél naar de kust maar niet in één keer. Vanuit Baños eerst maar eens naar Cuenca in het zuiden van Ecuador. Een uur of 9 in de bus langs wederom mooi bergen. 9 Uur is lang, maar beter dan in een keer door naar de kust. Op het moment dat we wegreden zagen we vulkaan Tungurahua nog afscheid van ons nemen door nog flink wat as de lucht in te schieten.



Cuenca is de derde stad van Ecuador met jaja, wederom een mooie koloniaalse binnenstad. En wederom staat het ook op de Unescolijst. Schijnbaar zijn ze bij Unesco nogal dolletjes op Koloniaalse steden. Een taxi reed ons naar onze guesthouse waarna we een beetje door de stad zijn gelopen. Na 9 uur in de bus hadden we honger en we hadden gelezen over een restaurant met een microbrouwerij. Helaas bleek dat een fiasco maar een pizzatentje daarnaast had de grootste pizzas ooit, een pizza was eigenlijk te veel voor 2 personen.


De binnenstad was inderdaad heel erg mooi, bovendien werkte het weer ook mee. Hoewel Cuenca op hoogte ligt (ruim 2500m) was het mooi zonnig en daardoor best warm. Na een dagje rondlopen kregen we zowaar weer wat kleur en na een lange dag rondlopen hadden we wel een bioscoopje verdiend. Na grondig speurwerk (een bios hoort toch op de bovenste verdieping van een mall te zijn, niet in de kelder...) bleek de nieuwe Harry Potter film in het spaans gedubbed te zijn. Allicht konden we het prima volgen, maar het risico dat we flauw en irritant zouden worden was iets te groot (avadaos kadabaros??).





Na 2 nachtjes Cuenca zijn we op weg gegaan naar de kust, toch eerst nog een tussenstop in Guayaquil. Na 4 uur bussen hadden we er genoeg van om in de bus zitten en zijn we een nachtje in Guayaquil gebleven. Dit is de grootste stad van Ecuador met een nogal beruchte reputatie. Het is een grote havenstad met ruim 3 miljoen inwoners. Een hostel met zwembad in een leuke wijk had ons verleid om daar een nachtje te blijven. Voor 25c hadden we een bus naar het centrum en we hadden vooralsnog simpelweg niets te klagen.


We begonnen onze wandeling in Parque Bolivar waar tientallen Iguana aan het loungen waren. Grote prehistorische monsters zo middenin een megagrote stad, een bijzondere verschijning. Een heel stuk over de boulevard gelopen waarna we een groot modern IMAXtheater vonden met... Harry Potter. Helaas was het wederom in het spaans gedubbed. Als het in de grootste stad al niet in het Engels kan, dan gaat het voorlopig ook gewoon niet lukken. Nog een paar weken voordat we in de VS zijn.



 Dan nog maar verder lopen over de boulevard, door wat parken en we hebben de bijna Disney volmaakte gerestaureerde wijk Las Peñas bekeken voordat we terug naar ons hostel gingen.






Op het moment dat we waren ingechecked had de oude man gezegd dat het die avond ´partynight´ was in het hostel. Nu zagen wij 4 andere gasten waarvan in ieder geval een ander Canadees stel ook niet echt in partymood was. Dus wij dachten dat het partyidee wel een stille dood zou sterven. Begin in de avond was er nog een ander vrouwtje dat bezorgd vroeg of wij misschien van kamer wilden ruilen want we lagen direct naast de bar waar de party zou zijn. Nu kregen wij een mooiere kamer voor dezelfde prijs dus vonden we verhuizen wel een goed idee. Rond een uur of 8 werd er een volledige PA-systeem naar binnengesjouwd en vroeg ik me echt af wat ze van plan waren... Het bleek dat ze de hele buurt hadden uitgenodigd en tot na 5 uur keiharde muziek hadden. We hadden amper een oog dichtgedaan en zijn zodra het licht was vertrokken. We zijn zonder te betalen weggelopen, ze waren toch allemaal te dronken of te katerig om dat door te hebben.

We vertrokken in een bus naar JipiJapi om daarna toch echt naar de pacifische kust te gaan.

zondag 28 november 2010

Poedelen in Baños

Na wat dagen verkleumen in Quito hobbelde we in wat uurtjes naar Baños. Een mooie busrit doordat aan beide kanten van de weg hoge (+5000m) vulkanen te zien waren met besneeuwde toppen. Gelukkig is Baños niet zo koud als Quito doordat het maar op 1.800m ligt. Bovendien zijn er in Baños, zoals de naam al doet vermoeden, verschillende heetwater bronnen. Nadat we een hostel hadden gevonden, vonden wij diep in onze tas onze zwemspullen en renden naar een van de baden. We doken in een goed warm bad, om daarna in een godsgruwlijk heet bad (42 graden) te springen. Dit hete bad wisselden we af met een ijskoud bad of we gingen even onder de waterval (!) staan. Dit was een prima begin in Baños. Het dorpje heeft een beetje een wintersportdorpgevoel, alleen dan zonder het skiën. Dat gevoel werd helemaal compleet toen we een Zwitsers kaasfonduerestaurant hadden gevonden.





Nu is Baños niet alleen bekend om de hotsprings, het is ook een outdoorsportcentrum. De eerste dag begonnen we met een wandeling in de omgeving van Baños. Eerst zijn we naar een grote brug gelopen waar ze aan een soort van Bungyjumping doen, alleen is het meer een grote swing. Grappig om wat mensen te zien bungelen aan de brug. Vervolgens hebben we een stuk via een mooi onverhard pad omhoog gelopen en op een of andere manier kwamen we op een priveterrein terrecht. Dit terrein was afgesloten door een groot hek en een grote poort. Het probleem was dat we al IN dit priveterrein waren en we er juist uit wilden. Na wat geklim en geklauter kwamen we weer op openbaar terrein terecht. Tijdens het wandelen hadden we een fantastische uitzicht op het dorpje, de rivier, watervallen, de gorge en de actieve vulkaan Tungurahua. Deze zeer actieve vulkaan is momenteel ook weer aan het lavaspugen. Het was een hele mooie wandeling over de groene bergen. We moesten nog een klein riviertje oversteken, kwamen wat dieren tegen, stolen wat fruit en na bijna 4 uur kwamen we tevreden terug.















De volgende dag hadden we de smaak te pakken en zijn we gaan Canyoning. Hierbij loop en klauter je in een rivier in een canyon. In ons geval was dat voornamelijk abseilen van de verschillende watervallen in deze river. In totaal zijn we 5 watervallen tegengekomen tussen de 8 meter en de 35 meter. Nu is abseilen op zich niet so heel moeilijk, maar als daar een volle waterval op je valt maakt het allemaal een stukje moeilijker en spectaculairder. De eerste 3 watervallen zijn we gewoon naar beneden gegaan, de 4e waterval gleden we vanaf als een waterglijbaan en de laatste begon als een gewone abseilafdaling maar het laatste stuk moesten we ons langzaam laten zakken in het ´niets´. We waren nat, koud, vol adrenaline en gelukkig. Om weer warm te worden sprongen we weer in een van de hotsprings.






Ondertussen hadden we alweer gewisseld van hostel, of eigenlijk zijn we verhuisd naar een ander pand van hetzelfde hostel. Onze 3 Nederlandse ballerige studentjes en medebewoners van onze dorm, vonden het nodig om zodanig dronken te zijn en daarna de badkamer helemaal onder te kotsen. Daar wilden we natuurlijk niet bij blijven en voor dezelfde prijs als de dorm kregen we nu een privekamer. Bovendien kwamen we in een veel leuker gedeelte van het hostel. Er was een mooi binnenplaatsje met een openhaard en veel leuke mensen. Er waren Canadezen met gitaren, Duitsers met Mens-erger-je-niet en Venezulanen met goede verhalen.






Vanuit Baños loopt een 61km lange weg naar Puyo. Puyo ligt in de Amazone en deze weg daar naar toe gaat voornamelijk berg af. Dus het is vrij eenvoudig om van de Andes naar de Amazone te gaan, maar dit is nog niet eens de grootste attractie. Deze route wordt namelijk ´la ruta de las cascadas´ (de watervallenweg) genoemd. Je kan langs deze weg dus vele watervallen vinden van kleine lullige stroompjes tot tientallen meters hoge watervallen. Je kan deze weg gewoon met een bus, in een open toeristenbus of in een buggy doen. Wij besloten echter op een mountainbike te springen en te gaan fietsen.

Hoewel ze zeiden dat het alleen maar bergaf zou zijn, zaten er stiekem toch wat gemene klimmetjes in. Niet dat het heel erg uitmaakte want om de paar minuten kwamen we bij een waterval die we moesten bekijken. Vaak gingen we weer van de fiets af en moesten we een stukje lopen om goed de waterval te kunnen zien. We namen nog een keer een kabelbaantje om echt helemaal onder de waterval te komen. Hoewel we niet eens echt onder de waterval stonden, werden we door het opspetterende water toch zeiknat. We hebben de beroemde ´Pailon del Diablo´ nog gezien. Daarvoor moesten we wel 20 minuten naar beneden lopen en  daarna weer een eeuwigheid in de hitte omhooglopen.







Het hoogtepunt waren de Cascades de Machay. Eerst maak je een mooie wandeling in subtropisch bos waarna je bij een grote dubbele waterval komt. Eerst valt de waterval 30 meter naar beneden om daarna nog eens 20 meter naar beneden te vallen. Na de 2e waterval waren allemaal natuurlijke bubbelbaden, stroompjes en mooie plekken om te zwemmen. Ook hebben we gezwommen onder de beide watervallen. Toch niet echt een heel prettig gevoel om water met zoveel geweld op je schouders te krijgen. Na ongeveer 2 uur daar zwemmen en poedelen hebben we de fietsen in een jeep gegooid die ons de berg weer op heeft gereden.






We bleven nog een dagje extra in Baños om de zadelpijn en verkoudheid door het koude water wat te laten zakken. Daarna verder naar de kust of toch nog eerst naar het koloniaalse stadje Cuenca??