woensdag 17 november 2010

Ecuador

Een verdomd makkelijke grensovergang tussen Colombia en Ecuador. Geen grensbewakers die om onduidelijke reden geld vroegen, geen ellelange wachttijden en zelfs vervelende mannetjes als geldwisselaars lieten ons links liggen. Een goedkope taxi bracht ons naar het eerst volgende dorpje waar we in de bus sprongen.

We hadden gehoord dat sommige mensen Ecuador een grote teleurstelling vinden als je uit Colombia komt. We waren benieuwd en reden langzaam over de Panamerikaanse snelweg naar Ibarra. Normaal hebben we niet echt een planning maar we wilden zaterdag in Otovalo zijn, dat is de dag dat daar een grote beroemde markt is. Aangezien we op dinsdag de grens zijn overgegaan moesten we ons een paar dagen vermaken tussen de grens en Otovalo in. Het werd dus Ibarra. Een redelijke grote stad met een koloniaals centrum. Het is niet echt toeristisch en dat vonden we wel prima.



Ibarra werd onverwacht een culinair feestje. De dag dat we aankwamen en hongerig door de straten aan het slenteren waren bleven we hangen bij een oude koeienstal waar je nu een hapje kon eten. We troffen een tapasschotel aan op de kaart en kregen kiloos kaas en liters wijn op onze tafel geserveerd. Niet verkeerd. Ook de volgende dag vonden we grote stukken chocoladetaart met goede koffie. Het enige waar Ibarra een beetje om beroemd is, is het ijs. Vroeger werd dat gemaakt met ijs van de hoge vulkanen uit de buurt, dat ijs is er niet meer maar nog steeds wordt het op een zeer tradionele manier gemaakt. In een koperen schaal en volledig met de hand wordt water en pure vruchtensap heerlijk sorbetijs.





Vanuit Ibarra zijn we nog een dagje naar San Antonio de Ibarra gegaan. Een dorpje dat wereldberoemd (?!) is om het houtsnijwerk. We hebben een beetje geneusd in de winkels en workshops. Fantastische stukken gezien waarbij we zeker een paar stukken hebben gezien die we mee naar huis wilde nemen. Toch had ik geen zin om nog 2 maanden met een stuk hout van 1,5 meter op mijn rug te lopen.


Vanuit Ibarra sprongen we weer in een bus en hobbelde we weer een klein stukje over de Panamerikaanse snelweg. In bijna alle landen waar we geweest zijn, hebben we over deze weg gereden, die van Alaska tot bijna de zuidpool loopt.. In Otovalo hebben we een leuk guesthouse gevonden en het kleine dorpje verkent. Het is op zich niet zo een bijster interesant dorp maar de omgeving met bergen en vulkanen is wel heel mooi. Ook de Otavaleños lopen nog heel veel in kleurrijk klederdracht.
Vanuit Otovalo hebben we dan ook een flink stuk gewandeld. Best pittig als je weer bijna op 3000m zit. Boven op een van de bergen was een opvang voor roofvogels. We hebben daar een vliegshow gezien en vriendjes gemaakt met een Andean Condor. We mochten hem helaas niet mee naar huis nemen.





De belangrijkste reden dat we in Otovalo waren, is de beroemde markt. Deze markt stamt nog uit pre-colombiaanse tijden. Je kan hier vooral veel textiel, houtsnijwerk en ander handgemaakte dingen krijgen. Fantastisch veel kleuren en misschien hebben we wel wat souveniers gekocht :-) Daarnaast ook nog een grote eetmarkt. Ons tegoed gedaan aan verse kaasempanadas, mini maisoliebollen en uiteraard weer verse sapjes.



Het begin van Ecuador is zeker goed bevallen en we hoeven nog zeker niet gillend terug naar Colombia. Nu op naar Quito!

Geen opmerkingen: